Wanneer zit een overhemd goed?

Een overhemd past perfect wanneer: de boord maximaal één centimeter speling heeft, de naad van de schouder aansluit op uw schouder, de mouw twee centimeter boven uw knokkels valt, de borst- en taille-omtrek aansluiten en de rugpand goed in uw pantalon past, zonder te lang te zijn.

Het belang van de juiste pasvorm

Verschillende overhemden hebben verschillende pasvormen. De pasvorm bepaalt hoe het overhemd valt. Het is verstandig een pasvorm uit te kiezen die aansluit op uw lichaamsbouw. Bent u wat langer? Kies dan een overhemd met mouwlengte 7 (extra mouwlengte voor lange mannen) en een iets langere rugpand. Bent u atletisch gebouwd? Dan kleden slimfit overhemden vaak mooi af. Bent u wat meer gedrongen? Dan is comfort fit waarschijnlijk een prettige pasvorm. Kijk voor een overzicht van de verschillende pasvormen hier.
 

Welke maten bepalen de pasvorm van een overhemd?

Van belang zijn de boordmaat, de borstomtrek, de taille-omtrek, de lengte van de mouwen en de lengte van het rugpand. Wanneer u deze maten individueel neemt voordat u een overhemd koopt, weet u zeker dat het hemd perfect zal passen. Lees hier hoe u perfect uw maten neemt. De gekozen pasvorm bepaalt hoe het overhemd aansluit in de taille en op de borst. Sommige overhemden passen perfect, maar zijn ruim gesneden en vallen daarom toch wijd. Let dus goed op welke pasvorm u wenst voordat u een overhemd koopt. Wilt u een overhemd dat goed afkleedt? Kies dan voor slim fit (strak gesneden). Wilt u een ruimer overhemd? Kies dan voor regular of comfort fit (wijd gesneden). Als u de verkeerde pasvorm kiest zal het overhemd, zelfs in de perfecte maat, nooit naar wens vallen.
 

Wanneer zit een overhemd te strak?


Een overhemd zit te strak wanneer één van de bepalende maten te klein is. Indicaties van een te klein overhemd zijn: een knellende boord, te korte mouwen, of het gevoel dat u wordt opgetild door het overhemd. Wanneer het shirt steeds uit uw pantalon kruipt, is het rugpand te kort. U weet dat de borstomtrek te krap is wanneer u moeite heeft uw armen om uzelf heen te slaan.
 

Wanneer zit een overhemd te wijd?

Een overhemd zit te wijd wanneer één van de bepalende maten te ruim is. Indicaties van een te wijd overhemd zijn: meer dan twee vingers ruimte in de boord, mouwen tot aan uw knokkels of eroverheen, of het gevoel dat het overhemd niet aansluit. Wanneer het shirt vervelend in uw pantalon zit (rommelig voelt, etc.), is het rugpand te lang. U weet dat de borstomtrek te ruim is wanneer de naad van de schouders niet aansluit maar over uw schouders heen hangt.