Een goed T-shirt is van een kwalitatief en ademende stof gemaakt en heeft een mooi en slanke pasvorm. Wij raden elke man aan om een paar goede T-shirts in de kast hebben hangen. In de zomer draag je ze op een korte of casual broek en in de winter onder een trui.
Van welk materiaal is een goed T-shirt gemaakt?
De meeste goede T-shirts worden van katoen of katoenblend gemaakt. Katoen is sterk, zacht en ademend. Vooral de ademende eigenschap is belangrijk voor een shirt omdat je hem direct op de huid draagt of onder een trui. Katoen is van nature niet elastisch. Om een shirt toch elastisch te maken, zodat je hem wat strakker op de huid kunt dragen, wordt er vaak wat elastaan aan het katoen toegevoegd. Stretchkatoen wordt dit ook wel genoemd. Blends van katoen en polyester komen ook veel voor, dit maakt het shirt wat steviger.
Wat is goed katoen?
Voor katoen geldt: hoe langer de vezel, hoe gladder en zachter de stof en hoe beter de kwaliteit. Katoen met een korte vezel heeft meer structuur, is minder glad, en van slechtere kwaliteit. Pima katoen bijvoorbeeld, heeft een lange vezel en is daardoor sterker, lichter en zachter dan andere soorten katoen. Egyptisch katoen heeft vergelijkbare eigenschappen.
Lees hier meer over Pima katoen.
Van welke andere materialen kan een T-shirt gemaakt zijn?
Andere prima materialen voor T-shirts zijn halfsynthetische stoffen zoals viscose, Lyocell, Modal of Cupro. Voor halfsynthetische stoffen worden er natuurlijke vezels – hout, bamboe of katoen – gebruikt die daarna chemisch worden behandeld. Het resultaat is vaak sterk, licht, zacht en toch ademend. Bamboe is ook een heerlijk zachte, ademende en toch sterke stof. Meestal is deze stof ook op een halfsynthetische manier gemaakt. Volledig synthetische stoffen zijn niet aan te raden voor een T-shirt omdat ze niet ademen en minder comfortabel op de huid voelen. Tenzij je gaat sporten. Er zijn speciale stoffen op de markt die gespecialiseerd zijn in het afvoeren van zweet.
Hoe zit een goed T-shirt?
Een T-shirt lijkt een simpel kledingstuk, maar een mooie variant kan veel doen voor je figuur en uitstraling. Andersom is dit ook waar. Een te wijd of te lang T-shirt, of juist een te krappe versie geeft je een slonzige en onflatterende uitstraling. Tenzij je een T-shirt met opzet heel wijd koopt, voor en urban look bijvoorbeeld. Zorg dan dat je weet wat je doet. Anders is het beter om voor een slank model te gaan. Ben je gespierd of goed gebouwd, dan kun je prima voor een strakke pasvorm gaan. Ben je iets voller? Ga dan voor iets meer stof zodat het shirt nergens te strak zit. Pas echter op met te veel stof. Dit kan je juist dikker doen lijken. Kies altijd voor een pasvorm die de vorm van je lichaam volgt.
Waar moet je op letten qua pasvorm?
Zorg dat de stof ter hoogte van je borst niet aanspant als je je armen strekt. Let ook goed op de schouders: de naad van de schouder ligt precies op de schouderlijn. De mouwen komen idealiter tot halverwege je bovenarmen. De mouwen van een T-shirt moeten goed aansluiten op je arm, maar zeker niet te strak zitten.
Hoe lang is een goed T-shirt?
Bij een casual outfit draag je een T-shirt uit je broek. Het mooiste is als de stof ongeveer 5 tot 7,5 centimeter over de broekrand valt. Hij krimpt vaak iets na een paar keer wassen, dus je koopt hem beter iets te lang dan te kort. Als je een T-shirt in een meer formele sfeer draagt, doe hem dan in je broek. Het is dan handig als het shirt iets langer is, zo’n 10 tot 15 centimeter over de broekrand. Op die manier kun je hem net in je broek stoppen zonder dat je te weinig stof hebt, of dat hij juist gaat bollen van teveel stof.